22 mei 2025
Bron: nu.nl
Geen eigen bijdrage voor gedwongen schade: tijd voor een fundamenteel andere jeugdzorg
Het voornemen van het kabinet om alsnog een eigen bijdrage in de jeugdzorg in te voeren, is niet alleen moreel onhoudbaar, maar juridisch en maatschappelijk onaanvaardbaar. De jeugdzorg is in haar huidige vorm geen vrijwillige dienstverlening, maar in veel gevallen een vorm van gedwongen inmenging in de privésfeer, vaak met zeer traumatische en levenslange gevolgen voor zowel kinderen als ouders.
We spreken hier niet over een gewone zorgvoorziening, maar over een systeem waarin ondertoezichtstellingen (OTS), uithuisplaatsingen (UHP) en contactverboden vaak gebaseerd zijn op twijfelachtige rapportages, gebrekkige waarheidsvinding en zonder rechterlijke toetsing van proportionaliteit of subsidiariteit. Kinderen worden hierdoor onterecht gescheiden van hun ouders en gebroken door een systeem dat hen zou moeten beschermen.
Dat een dergelijk systeem nu óók nog financieel wordt afgewenteld op de meest kwetsbare gezinnen — gezinnen die zich vaak niet kunnen verweren tegen de macht van instanties — is in strijd met het fundamentele zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:2 Awb), het evenredigheidsbeginsel (artikel 3:4 Awb) en bovenal met het internationaal recht.
Schending van kinderrechten
Artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), en ook artikel 8 van het EVRM (recht op gezinsleven) vereisen dat bij alle maatregelen met betrekking tot kinderen het belang van het kind vooropstaat. Die belangen worden stelselmatig geschonden door een systeem dat financieel beloond wordt voor uithuisplaatsing en gebrekkige jeugdbescherming. Een eigen bijdrage maakt dit alleen maar erger: het creëert een financiële drempel voor rechtsbescherming en versterkt de ongelijkheid.
Perverse prikkels en commerciële belangen
De kern van het probleem is dat jeugdzorginstellingen, GI’s en residentiële opvanglocaties financieel belang hebben bij het handhaven van OTS’en en UHP’s. Er wordt verdiend aan gescheiden gezinnen, trauma’s, en langdurige procedures. Dit is een commercieel verdienmodel over de rug van gebroken kinderlevens. Een bijdrage vragen aan ouders die door dit systeem al zijn beschadigd is dan ook geen bezuiniging, maar institutionele mishandeling met een prijskaartje.
Een fundamenteel ander stelsel is nodig
Er is geen pleister meer mogelijk op een zieke structuur. Wat nodig is, is een volledig nieuw stelsel, waarin:
het uitgangspunt is: kinderen blijven thuis;
ouders worden ondersteund in plaats van buitenspel gezet;
er volledige transparantie en controle komt op besluiten van wijkteams, Veilig Thuis en jeugdbescherming;
jeugdzorg geen verdienmodel meer is, maar een vangnet voor de uitzonderlijke gevallen waar acute en aantoonbare onveiligheid is.
Conclusie
De gedachte om een eigen bijdrage te heffen in een systeem dat kinderen beschadigt, gezinnen splijt, en ouders criminaliseert zonder bewijs, is onmenselijk én juridisch onhoudbaar. De overheid heeft een zorgplicht — geen plicht tot winstmaximalisatie.
De politiek moet nú stoppen met symptoombestrijding. Niet méér geld naar jeugdzorg, maar radicale hervorming of volledige afschaffing van het huidige systeem. Kinderen horen thuis, niet in instellingen. Ouders horen ondersteund te worden, niet financieel uitgeknepen. En schadeherstel hoort bovenaan de agenda, niet het incasseren van bijdragen voor toegebrachte schade.
Stop de eigen bijdrage. Stop het verdienmodel. Geef kinderen hun leven terug.