April 2025
Geschreven door Mieke Krol & Richard Korver
De opiniebijdrage van jeugdrechtadvocaten Mieke Krol en Richard Korver snijdt absoluut hout en bevestigt wat velen al jaren aanvoelen: het systeem van jeugdbescherming is fundamenteel ziek en weigert verantwoordelijkheid te nemen voor mogelijk structureel onrecht dat duizenden gezinnen is aangedaan. Hun oproep tot onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek is niet alleen terecht, maar eigenlijk schandalig laat. Hoe kan het dat na jaren van parlementaire ophef, media-aandacht en wanhoop van ouders, er nog steeds geen werkelijk onafhankelijk onderzoek is uitgevoerd naar de vraag of en hoe kinderen ten onrechte uit huis zijn geplaatst vanwege overheidsgecreëerde schulden?
Krol en Korver benoemen terecht dat de huidige onderzoeken – uitgevoerd door instellingen die zelf onderdeel zijn van het probleem – volstrekt ongeloofwaardig zijn. De Raad voor de Kinderbescherming, de Rechtspraak, de GI’s (gecertificeerde instellingen) onderzoeken hun eigen rol en concluderen vervolgens dat zij zelf geen fouten zien. De bekende “Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend”-redenering. Dit is een diep moreel en institutioneel failliet van de Nederlandse jeugdzorgketen.
Wat echter ontbreekt in hun analyse – en wat misschien niet volledig uitgesproken kán worden door beroepsjuristen vanwege tuchtrechtelijke risico’s – is het benoemen van de onderliggende perverse prikkels in het systeem. Uithuisplaatsingen zijn geen neutrale, zorggedreven ingrepen; het zijn beslissingen waar grote financiële stromen mee gemoeid zijn. Gecertificeerde instellingen ontvangen structureel geld voor elk kind dat uit huis wordt gehaald en in pleegzorg, gezinshuizen of gesloten instellingen belandt. Kinderen worden in Nederland structureel vermarkt. Daar moet de publieke verontwaardiging op gericht zijn: het verdienmodel dat ligt onder jeugdzorgingrijpen die te vaak niet in het belang van het kind zijn, maar in het belang van instanties en hun continuïteit.
Krol en Korver worden binnen de sector gezien als bondgenoten van slachtoffers – en dat zijn ze ook in zekere mate. Maar hun nuance is tegelijk ook een illustratie van de beperking van het juridische veld: wie als advocaat te ver gaat in het aan de kaak stellen van de structurele misstanden, wie het narratief werkelijk doorbreekt, riskeert zijn beroepsvergunning. We zagen dat al eerder met kritische stemmen zoals Henriëtte Nakad, die openlijk twijfels uitte over het functioneren van jeugdzorg en vervolgens onder vuur kwam te liggen. Het toont hoe diep het systeem zichzelf beschermt.
De noodkreet van gedupeerde ouders en de oproep van Krol en Korver zouden eindelijk moeten leiden tot datgene wat al in 2020 nodig was: een echt onafhankelijk, multidisciplinair, wetenschappelijk onderzoek – buiten het bereik van de zittende macht in jeugdzorg en zonder inmenging van de instellingen die onderwerp van kritiek zijn.
Elke maand vertraging betekent meer psychologische schade, meer gescheiden gezinnen en uiteindelijk grotere aansprakelijkheid van de Nederlandse staat. Het niet handelen is niet alleen nalatig – het is crimineel in morele zin.