De Praktijk van Demonisering in de Jeugdzorg
Titel: De tragiek van interpretatie: hoe gewone ouders worden gedemoniseerd door de jeugdzorg
In het sociaal domein, waar kwetsbare gezinnen onder toezicht staan van jeugdbescherming, zien we een structureel probleem dat raakt aan de kern van rechtsbescherming: de versluierende en vertekende verslaglegging door gezinsvoogden. Wat ouders in vertrouwen delen, wordt in officiële rapporten omgebogen tot belastend bewijs, met verregaande gevolgen zoals uithuisplaatsing, verlies van gezag en onherstelbare schade aan de ouder-kindrelatie.
Een voorbeeld zegt meer dan duizend woorden. Onderstaande tabel laat zien hoe alledaagse opmerkingen van een ouder – zoals “ik knuffel mijn kind graag” – worden geïnterpreteerd als mogelijk seksueel misbruik. Deze praktijk is niet alleen onzorgvuldig, maar ook in strijd met de principes van hoor en wederhoor, het proportionaliteitsbeginsel en artikel 8 EVRM (recht op gezinsleven).
Een reconstructie van framing:

Deze schrijnende praktijk vormt een fundamentele bedreiging voor het rechtsstatelijk beginsel van waarheidsvinding. Wanneer ouders hun medewerking verlenen in het vertrouwen dat openheid loont, worden zij vaak geconfronteerd met het tegendeel: demonisering op papier, zonder hoor en wederhoor, zonder context, zonder evenwicht.
Juridische analyse
Deze werkwijze is in strijd met:
Artikel 8 EVRM – Recht op eerbiediging van privéleven, gezinsleven en correspondentie.
Artikel 3 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) – Het belang van het kind dient voorop te staan, maar dat vereist objectieve beoordeling van de gezinssituatie.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur – Zoals het fair play-beginsel, het motiveringsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.
In de zaak Van Slooten t. Nederland heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt dat overheidsinstanties terughoudend moeten zijn met inmenging in het gezinsleven, vooral wanneer de gezagsverhoudingen verstoord worden op basis van eenzijdige rapportages.
Conclusie
Wat hier plaatsvindt, is geen zorg, maar schade. Het is geen bescherming, maar projectie. De jeugdzorg dient gezinnen te ondersteunen, niet te ondergraven met suggestieve verslaglegging. De wet verlangt zorgvuldigheid, hoor en wederhoor, en een reële beoordeling van risico’s. Wat ouders nodig hebben, is geen papier dat tegen hen getuigt, maar een systeem dat hen recht doet.